Hoe werkt een groen dak ?

De dakebedekking van groendaken bestaat hoofdzakelijk uit levende planten. Het zijn meestal plantensoorten die goed bestand zijn tegen wind, hitte, vorst en uitdroging.

Bovendien bestaan groendaken uit volgende lagen:

1.     Betonplaat

Het is de structuur die belangrijk is voor de stevigheid en de stabiliteit van uw groendak. Hoe dikker de structuur is, hoe meer planten en lagen u op uw dak kan plaatsen.

2.     Waterdichtingsmembraan

Het waterdichtingsmembraan is gemaakt voor de bescherming van de beneden lagen van het eerste dak.
De gebruikte materialen voor deze bescherming kunnen van verschillende aard zijn: panelen in gerecycleerd rubber, geotextiel, PVC/PE/PP-platen, mager beton, platen in cementvezel,

gegoten asfalt.

3.     Drainagelaag

De draineerlaag is van primordiaal belang voor de goede werking en de duurzaamheid van elk groendak met een helling van 5° en minder. Ze moet snel het overtollige water opvangen en afvoeren,want bij ophoping kan er schade ontstaan aan het gebouw, de wortels en het microfauna.

4.     Filterlaag

Deze laag heeft tot taak te verhinderen dat het draineersysteem geblokkeerd zou raken door fijne deeltjes die via het doorsijpelende water in het substraat terechtkomen.

5.     Bodem voor beplanting

De bodem moet voldoen aan de volgende vereisten:

• Uitermate licht en luchtige structuur
• Wortelgroei, bevestiging en ruimtelijke ontwikkeling van de begroeiing
• Aangepaste voeding voor de begroeiing en het microfauna
• Waterdoordringbaar en vochtverspreidend
• Druk- en vormvast
• Vorstbestendig

6.     Planten

De keuze van de begroeiing is van meerdere factoren afhankelijk:

• Het uiteindelijke doel en het type van het groendak
• De keuze en de beschikbare dikte van het substraat en van de diverse noodzakelijke onderliggende lagen
• De milieuomstandigheden (stedelijk, landelijk, …, blootstelling aan de zon, aan de koude en de wind, aan vervuiling, …)
• Esthetiek (samenstelling, integratie, …)
• De nagestreefde biodiversiteit van soorten en habitats
• De onderhoudsmogelijkheden
• De kosten van de realisatie en het beheer